23 januari 2025
Patrick Van Impe, voorzitter IBR
Dames en heren,
Het is met een grote fierheid dat ik u samen met de voorzitter van het ITAA mag ontvangen in onze nieuwe kantoren. Op Nieuwjaarsrecepties wordt er traditioneel teruggeblikt en vooruitgekeken en dat zal nu niet anders zijn, zij het wel dat ons beroep het afgelopen jaar grote veranderingen heeft ondergaan. Ik heb voor u een vijftal boodschappen.
Het belangrijkste nieuws van het afgelopen jaar was uiteraard de goedkeuring van de Belgische CSRD-wet. Het IBR heeft bij de beleidsmakers aangedrongen op de vertaling van de EU-richtlijn in nationale wetgeving omwille van de rechtszekerheid die dit biedt voor de grootste bedrijven die binnen enkele maanden hun duurzaamheidsrapport volgens de nieuwe regels zullen moeten afleveren. Ook voor de bedrijfsrevisoren die in een eerste tijd exclusief zijn aangewezen voor de uitvoering van wettelijke assurance-opdrachten op duurzaamheidsrapportering, is dit van het allergrootste belang. Dit is geen kleine stap, dit is een gamechanger.
Transparantie en verantwoordelijkheid zijn de hoekstenen van het vertrouwen in de economie. Deze wetgeving benadrukt het belang van duurzaamheidsaudits als een essentieel onderdeel van goed bestuur. Het IBR waardeert de politieke moed van de federale regering in lopende zaken en kijkt ernaar uit om samen te werken met het ITAA en andere belanghebbenden in het algemeen belang.
En toch moeten we waakzaam blijven en luisteren naar zij die deze nieuwe regels nu in de praktijk zullen moeten brengen. U hebt de laatste maanden via de pers kunnen vernemen dat er in het ondernemersveld, maar ook vanuit politieke hoek (denken we maar aan Duitsland, Frankrijk, en recent nog de Europese Investeringsbank) een duidelijk signaal gegeven is om de complexe en uitgebreide rapporteringsverplichtingen te verminderen en te vereenvoudigen. Dat is een meer dan terechte bezorgdheid. Ik wil nog eens duidelijk onderstrepen dat we voor realistische en behapbare regels zijn. Liever goed rapporteren over een beperkter aantal punten dan slecht rapporteren over heel veel punten. Ik geef dit toch graag mee voor beleidsmakers die over de toekomst van de duurzaamheidsrapportering zullen moeten beslissen.
Realiteitszin, pragmatisme en een kwalitatieve controle op een haalbaar aantal punten met als finaal oogpunt onze economie duurzamer en gezonder te maken. Een ambitieus maar haalbaar objectief.
Dat brengt mij naadloos naar mijn volgend punt, naar de kern van onze métier: de assurance, een vak apart.
‘Schoenmaker, blijf bij je leest’ is een oud spreekwoord dat in de discussie over wie zogenaamde contractuele of vrijwillige assurance-opdrachten in de waardeketen mag uitvoeren actueler is dan ooit. Assurance verlenen is een vak dat gedreven wordt door expertise, ervaring en een rigoureuze deontologische code. Het is daarom essentieel dat dit werk wordt uitgevoerd door professionals die deze kwaliteiten bezitten. Het openstellen van dergelijke vrijwillige assurance-opdrachten in de waardeketen voor andere beroepen zolang ze maar een deontologische code hebben, zoals advocaten, maar ook architecten en bijvoorbeeld psychologen – hoe respectabel deze ook zijn – brengt risico’s met zich mee. Ervaring in beoordelingsopdrachten is een noodzakelijke pijler om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de contractuele assurance-opdracht te waarborgen. Ik lanceer dan ook bij deze een oproep aan het ITAA om samen de beleidsmakers van deze evidentie te overtuigen.
De derde uitdaging is en blijft de toegang tot het beroep aantrekkelijker te maken. We hebben in 2024 veel tijd en middelen besteed aan campagnes gericht op de studenten en we zullen dat in 2025 blijven doen.
De toekomst van ons beroep hangt af van de mensen die we vandaag kunnen enthousiasmeren. En we weten allemaal dat de lat hoog ligt, maar de vraag is: hoe zorgen we ervoor dat die jonge, briljante mensen van vandaag zich bij ons aansluiten? Hoe maken we ons vak aantrekkelijk voor hen? Als we hierin slagen, winnen we. En het algemeen belang, en bij uitbreiding een transparante en dus gezonde economie, vereisen dat we moeten winnen..
De toegang tot ons beroep moet een verjongingskuur ondergaan, en zich beter afstemmen op de verwachtingen van de huidige generaties. We moeten absoluut vermijden dat ‘goldplating’ onnodige hindernissen opwerpt. Ons beroep is dynamisch, het is uitdagend en het is van cruciaal maatschappelijk belang. Dus, laten we de lat hoog houden, maar laten we ook ruimte maken voor diegenen die de passie en de drive hebben om het verschil te maken. Daarom bij deze een warme oproep aan de beleidsmakers om deze bezorgdheid te omarmen.
Mijn vierde boodschap heeft betrekking op de komende hervorming van de Europese auditrichtlijn. Deze hervorming, die momenteel op de agenda van de Europese Commissie staat, zal ons de kans geven om de verantwoordelijkheden van de verschillende spelers - governance, toezicht en externe controle - opnieuw in evenwicht te brengen.
Het is essentieel dat deze hervorming rekening houdt met de praktijk en de uitdagingen waarmee auditors dagelijks worden geconfronteerd. Als beroepsorganisatie zullen we ons blijven inspannen om een constructieve bijdrage te leveren en te zorgen voor een kader dat effectief bijdraagt aan het marktvertrouwen en de economische stabiliteit.
En tenslotte wil ik ook oproepen om ons allemaal samen te engageren voor een sterk maatschappelijk project voor de toekomst. Het IBR en het ITAA hebben al bewezen dat ze samen sterk staan, maar dit is geen tijd om stil te staan. De uitdagingen van morgen, zijn recht evenredig met de opportuniteiten. Door samen te werken, kunnen we het maatschappelijk vertrouwen in onze beroepen verder versterken en de transparantie in het bedrijfsleven naar een hoger niveau tillen.
Dames en heren, ik ben bijna aan het einde gekomen van mijn mandaat als voorzitter van het IBR. Mijn opvolger staat aan het begin van een nieuw hoofdstuk. De keuzes die we vandaag maken, zullen bepalen wie we morgen zijn. De wereld wacht echt niet op ons en daarom moeten we op tijd onze mening durven geven voordat anderen dat in onze plaats zouden doen. We moeten ervoor zorgen dat we samen de uitdagingen aangaan, met vertrouwen, met vastberadenheid, en met de kracht en de onvervangbare expertise die we als experts in ons hebben. Ik heb er alvast het volste vertrouwen in.
Ik wens u allen een succesvol, gezond en inspirerend 2025!