Overeenkomstig artikel 3:66 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen moeten de gecontroleerde entiteit en de commissaris het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren (CTR) in kennis stellen hetzij van het ontslag, hetzij van de opzegging van de commissaris tijdens zijn mandaat. Zij moeten ook op afdoende wijze de redenen hiervoor uiteenzetten.
Ga naar:
Voortijdige onderbreking van het commissarismandaat – Gemotiveerde kennisgeving aan CTR via digitale applicatie
Het toezicht op de bedrijfsrevisoren werd door de wet van 7 december 2016 grondig hervormd.
Bij deze hervorming is een belangrijke taak toebedeeld aan het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren. Dat College moet toezien op de kwaliteit van de wettelijke controleopdrachten van de revisoren.
Het College heeft in het bijzonder de eindverantwoordelijkheid over de volgende opdrachten:
Verder heeft de wetgever bepaalde bevoegdheden onder toezicht van het College gedelegeerd aan het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR). Zo blijft het IBR bevoegd voor het bijhouden van het openbaar register, de toekenning en intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor en de permanente vorming.
Het IBR blijft ook verantwoordelijk voor de organisatie van de toegang tot het beroep (stage).
Meer informatie over het publiek toezicht op de website van het College